Laagjes, laagjes, laagjes. In de winter houden we ons goed warm en droog door gebruik te maken van verschillende lagen kleding die je over elkaar heen draagt. Het lagensysteem maakt je erg flexibel doordat je met het aan- of uittrekken van een laag kleding deze af kan stemmen op de omstandigheden van het moment. Niet te warm, niet te koud. Heb je het koud, trek een extra laag kleding aan. Heb je het te warm, dan trek je een laag kleding uit. Dit doen we omdat je wilt voorkomen dat je het te warm krijgt en gaat zweten. Door het zweten wordt je lichaam nat en vochtig waardoor je kan gaan afkoelen. Zo dragen we in de winter doorgaans 3 à 4 lagen kleding over elkaar en sluiten af met een wind- en waterdichte buitenste laag, de ademende regenjas.

Laag 1: de thermolaag

Deze laag kleding bestaat uit een shirt en een broek. Beiden zitten strak om je lichaam en houdt je lichaam warm en droog door het vocht van het zweten zoveel mogelijk af te voeren naar andere lagen. Deze thermo laag kan zowel synthetisch als wol (merino) zijn. Merinowol heeft het voordeel dat het zelfs na meerdere dagen niet gaat stinken en het zal niet kriebelen. Als je merinowol eenmaal geprobeerd heb wil je nooit meer iets anders. Het thermo shirt draag je elke dag. De thermobroek gaat altijd mee in de rugzak en gebruik je alleen tijdens de echt koude omstandigheden als je normale wandelbroek niet voldoende is. Tevens is de thermobroek goed te gebruiken als pyjamabroek tijdens de overnachtingen in een berghut.  

Laag 2: de isolatielaag

De tussenlaag (1 a 2 stuks) zorgt voor isolatie door het vasthouden van verwarmde lucht tussen de verschillende lagen kleding. Vocht wat ontstaat tijdens het wandelen wordt zoveel mogelijk afgevoerd naar buiten. Liever draag je twee dunne truien dan een (te) dikke trui. Denk hierbij aan een fleecetrui, windstopper en/of bodywarmer.

Laag 3: de buitenlaag

Fotografie door www.kayjansen.com

Dit is de wind- en waterdichte laag, de ademende regenjas en regenbroek. Deze laag houdt wind, regen en sneeuw buiten en zorgt ervoor dat je droog blijft. Voor het sneeuwschoenwandelen gebruiken we geen (dikke) skibroek. Deze is al snel veel te warm door de flinke inspanning die je aan het leveren bent. Ondere normale omstandigheden dragen we alleen onze standaard wandelbroek, misschien een iets dikkere variant ten opzichte van de dunne zomerbroek. Als het dat tijdens de tocht even te koud is trek je erg gemakkelijk je regenbroek (vaak met lange ritsen) er overheen. Vaak is dit dan al voldoende. 

De extra’s

Om de paklijst voor een winterse tocht door de bergen compleet te maken mogen de volgende spullen niet ontbreken.

  • Muts
  • BUFF
  • Dunne handschoenen
  • Dikkere handschoenen
  • Zonnebril (minimaal categorie 3) en zonnepet
  • Zonnebrandcrème en UV-lipbalsem
  • Gamaschen
  • Thermosfles met warme thee.

Optioneel en aangepast aan omstandigheden kun je dan ook een skibril en wanten meenemen. En voor de koukleum onder ons: de donsjas is werkelijk fantastisch.

Als je een hele dag door de sneeuw hebt gewandeld is natuurlijk extra lekker om in de avond weer op te warmen bij de houtkachel.