Off-piste heeft de wintersporter in voldoende steil terrein bijna altijd te maken met lawinegevaar: zelfs bij lawinegevaarniveau 1 of 2 komen wintersporters om het leven door lawines. Daarom maken tourskiërs en later ook sneeuwschoenwandelaars sinds de 70’er jaren gebruik van een lawinepieper: een klein apparaat dat ‘op het lichaam’ gedragen wordt en voortdurend een radiosignaal uitzendt. Met een tot ontvanger ‘omgetoverde’ lawinepieper (zoek modus) kun je een zendende lawinepieper (het slachtoffer) snel lokaliseren in de lawine.

Smartphones

Lawinepiepers (in het Duitstalige gebied aangeduid als LVS: Lawinenverschüttetensuchgerät) zenden een radiosignaal uit, en dat ging decennia lang goed. Tegenwoordig heeft bijna elke wintersporter ook een smartphone bij zich: het maken van foto’s en filmpjes met de smartphone is niet meer weg te denken tijdens vakanties. En de gids gebruikt de smartphone voor het raadplegen van weer- en lawineberichten, en weet door de GPS-functie en kaarten op de smartphone ook exact waar we ons bevinden, en kan met hulp van de steiltekaarten op de smartphone zien waar we beter weg kunnen blijven. En dan zouden we bijna over het hoofd zien dat de smartphone ook nog gewoon… telefoon is. Een telefoon waarmee je een noodoproep kunt doen voor hulp…sinds jaar en dag een must have als je de bergen in gaat.

Radiosignalen

In de winter, in potentieel lawinegevaarlijk terrein, draag je dus meestal beide bij je, en daar komt een probleem om de hoek kijken: ze werken allebei met radiosignalen die elkaar kunnen verstoren, waarbij natuurlijk de verstoring van het radiosignaal van de lawinepieper de meest ongewenste is. Je wilt niet dat het uitgezonden signaal vanuit het slachtoffer verstoord wordt, en evenmin dat de zoekfunctie van de lawinepieper van de redder beïnvloed wordt door de smartphone.

Tests hebben uitgewezen dat de minimale afstand tussen de smartphone en de lawinepieper de volgende moeten zijn:

  • een lawinepieper in zendmodus: minimaal 20cm afstand
  • een lawinepieper in zoekmodus: minimaal 50cm afstand.

De praktijk

De 20cm afstand in zendmodus is eenvoudig te realiseren. Meestal wordt de lawinepieper links op de buik gedragen. Door bijvoorbeeld de smartphone in de tegenoverliggende broekzak te dragen zal al snel de vereiste afstand gerealiseerd zijn. Bij het zoeken kan het de beste oplossing zijn als de redder de smartphone even aan een groepslid geeft, om op die manier steeds de minimale afstand van 50cm in stand te houden.

Lawinepieper en smartphone: beide gaan mee op tocht, maar ze mogen dus niet te dicht bij elkaar gedragen of gebruikt worden.

Bij sneeuwschoenreizen van 360° Explore krijg je een deskundige toelichting op het gebruik van de lawinepieper, lawinesonde en lawineschep van een goed opgeleide UIMLA International Mountain Leader.