We krijgen vaak de vraag hoe wij een reis ontwikkelen en waar de ideeën vandaan komen. Het prachtige Wadden trailrun avontuur kreeg vorm tijdens een ren micro avontuur op Texel en Vlieland. Lees hier het verslag van 360º Explore gids Jeffry die met Marc van Gelder en Marc Weening (MudSweatTrails) afgelopen zomer over deze twee eilanden snelde.

Gedichten in het natte zand

“Wat de diepste indruk maakt werd door water aangeraakt. Door geen mens gestoord neemt de zee het laatste woord”.

Dit prachtige gedicht wordt als een eindeloos mantra door de enorme vrachtwagenbanden in het strand van Vlieland geprint. We zijn net door “de Vriendschap”, een kleine boot die ’s zomers tussen Texel en Vlieland vaart op het tweede eiland van de Wadden keten afgezet en rijden met een grote safaritruck naar het oosten. In de overdekte laadbak heerst er onder de passagiers een uitgelaten stemming. Een tiental fietsen die vastgesjord in de bak staan schommelen heen en weer terwijl we traag over het strand rijden. Als de eerste duinen in zicht komen stopt de chauffeuse het enorme gevaarte. Mensen kijken elkaar verbaasd aan als drie in korte hardloopbroeken gestoken atleten met kleine rugzakjes de laadbak uit springen en de eindeloze vlakte op lopen. Met het wegrijden van de safaritruck keert de rust terug. 

Nog maar een paar uur gelden stapte ik met hardloopmaten Marc & Marc van de veerboot naar Texel de regen in. Met de trein zijn we vanochtend van midden Nederland naar Den Helder gereisd op weg naar een hardloop micro avontuur over de wadden. Nu duiken we met onze flinterdunne regenjassen aan de Mokbaai in. De regen slaat in ons gezicht, geen mens te zien, alleen wij met een grote glimlach. Het plan leefde al een tijdje; Texel en Vlieland over rennen en ergens halverwege in de duinen slapen. Omdat de weersvoorspelling deze week best aardig is besluiten we op de langste dag van het jaar naar de Wadden te reizen (het kleine beetje regen bij de start nemen we maar op de koop toe).

Na een half uur hollen stoppen we de regenjassen weer in de kleine hardlooprugzakjes, het is droog geworden. In de Mokbaai zijn honderden vogels druk in de weer. Hun gezang en gekwaak vult de donkere lucht. Onze hardloopschoenen en voeten zijn doorweekt omdat we door het hoge natte gras rennen. Een kiekendief vliegt in sierlijke bogen laag boven het riet op zoek naar jonge kuikens om zijn eigen nakomelingen mee te voeden. Hier is het eten of gegeten worden. Ik ken de wadden goed, omdat ik er tijdens mijn studietijd drie maanden onderzoek heb gedaan aan scholeksters. Het ge-te-piet van deze zwarte witte vogel met lange rode snavel, die in paartjes hun territorium af bakenen is overal te horen. 

Vanaf de Hors rennen we kilometers lang over het eindeloze en verlaten strand naar het noorden. De zon breekt door het wolkendek heen we kijken elkaar lachend aan terwijl we door deze grote zandbank hollen. Dit is buitenspelen voor grote kinderen. Bij Paal 9 klimmen we de duinen in en slingeren via fraaie single tracks door de bossen. De kilometers glijden ongemerkt aan ons voorbij en ergens halverwege het eiland duiken we het strand weer op dat we helemaal tot aan de Slufter blijven volgen. Jammer genoeg is dit noordelijke natuurgebied van Texel nu afgesloten om de vogels hun rust te geven om hun jongen groot te brengen. Jammer, maar ook het pad langs de rand van de Slufter is prachtig met zijn zoutwater kreken en begroeide duinen. In de verte gloort de vuurtoren van Texel, helemaal in de noordpunt van het eiland.

In één van de huisjes onder de vuurtoren woonde Jan Knippenberg, een held in de ogen van deze drie “jonge hardlopers”. Jan was één van de beste ultralopers die ooit over deze aardkloot heeft gelopen. Hij raffelde in twee dagen zo maar 400 kilometer onder zijn dunne hardloopzolen weg tijdens zijn rondje IJsselmeer. Trainingsweken van 700 kilometer combineerde hij met zijn werk als leraar op de school in Den Burg, het grootste dorp op het eiland. We hebben niet lang om stil te staan bij Jan, die begraven ligt op de Hoge Berg aan de zuidkant van het eiland, want wij moeten de boot halen.

Met een skuumkoppe in de hand

De Vriendschap zien we al aan de steiger liggen. We vullen snel nog even onze waterzakken in een strandrestaurant, drinken een cola op het terras en koelen ons innerlijke met een ijsco. Als we de houten steiger naar de boot op lopen wanen we ons op de Caribieën. De lucht is blauw, het strand wit en de zon staat hoog aan het firmament. Het ultieme vakantiegevoel, en dat terwijl we vanochtend pas van huis zijn vertrokken. Aan boord is het druk met fietsers (Amerikanen, Belgen en Nederlanders) en dagjesmensen. De schipper en zijn twee maten zijn gezellige kerels, en als de boot aan zijn korte oversteek naar Vlieland begint probeert een van hen met de verkoop van Texelse biertjes een extra zakcentje te verdienen. Voor ik er erg in heb sta om vijf uur ’s middags op de veerboot naar Vlieland met een Skuumkoppe in de hand. 

Het aanleggen van de Vriendschap heeft nogal wat voeten in aarde. Met bulderende motor lijkt het wel of de schipper Vlieland om zijn as probeert te tollen. De gammele aanlegsteiger komt maar langzaam dichterbij. Na al het geweld gaapt er nog steeds een gat van enkele meters tussen ons en Vlieland wat met een zware metalen loopplank wordt gedicht. Het duurt ruim een half uur maar dan ziet iedereen veilig in de bak van de grote safaritruck en rijden we over een van de grootste zandvlaktes van west Europa, de Vliehors, waar wij zoals gezegd bij de eerste duinen weer onze eigen gang gaan en uit de laadbak springen.

Klaas vaak

We lopen de hoge duinen in op zoek naar een plek waar we kunnen overnachten. Er is best een stevige wind voorspeld, maar in een smalle duinenrij vinden we een mooie beschutte plek. Met een paar vellen baby doekjes vegen we het zweet en vuil van ons lijf om zo enigszins schoon de avond in te gaan. Op een klein Esbit brandertje en wat extra stukjes hout koken we water waarmee we onze Adventure maaltijden warm maken. Het smaakt goddelijk na een dag rennen. We genieten van de rust en het uitzicht in de laatste verzadigde zonnestralen van de dag. Eens te meer realiseren we ons dat ook deze korte tripjes in de natuur ons erg veel voldoening geven en dat je niet altijd ver hoef te reizen voor avontuur. Als de schemer inzet kruipen we in onze dunne slaapzakken en zinken weg in een diepe slaap. 

Klaas Vaak is vannacht zeker langs geweest en heeft rijkelijk met zand gestrooid. Met een baby doekje vegen we de meeste zand uit ons gezicht. We maken ieder een beker muesli en doen verder geen moeite warm drinken te maken. Alle spullen in de rugzak en rennen maar weer. Het strand is verlaten zo ’s ochtends vroeg, er is alleen het ruisen van de branding, het gekrijs van de meeuwen en onze afdrukken in het natte zand. We rennen over het zesduinenpad dat zich kronkelend een weg door de duinen baant. De gebroken schelpen kraken onder onze hardloopschoenen terwijl we het glooiende pad volgen. De laatste kilometers hollen we door het Elfenbos over prachtige slingerende paden waarbij we de markante vuurtoren als baken aanhouden. Zelfs de Dorpsstraat is nog verlaten als wij bij een koffiehuis op het terras gaan zitten en een kop koffie bestellen om dit micro avontuur over de wadden af te sluiten. 
ALLE TRAILREIZEN